Thibau Nys denkt erover om volgend jaar de Vuelta te rijden in plaats van de Tour de France
“Ga ik volgend jaar een grote ronde rijden? Ja, de kans is ongeveer negentig procent”, zei hij, waarmee hij duidelijk maakte dat een debuut volgend seizoen vrijwel zeker is.
“Het maakt me niet zoveel uit welke, maar elk heeft zijn eigen uitdagingen”, legt Nys uit. “De Giro is nog niet ver verwijderd van het einde van het veldritseizoen, de Tour is geen vanzelfsprekendheid bij onze ploeg en de Vuelta is vrij dicht bij de start van het volgende crossseizoen.
Als ik zou moeten kiezen, zou ik de Tour zeggen, omdat de timing gewoon het beste werkt. Maar ik ben niet iemand die zegt dat ik een specifieke plek verdien. Dat is aan het team”, voegde Nys er bescheiden aan toe. Het wegraceprogramma van Nys groeit gestaag, zowel qua omvang als qua belang.
De Ardennenklassiekers zijn komend seizoen een groot doel voor hem, met als hoogtepunt La Flèche Wallonne. “Vooruitkijkend naar volgend jaar springt één race er voor mij echt uit, en dat is La Flèche Wallonne.
Ik ga eraan werken om daarvoor in topvorm te zijn en waarschijnlijk ga ik ook de Amstel Gold rijden. De finish bij La Flèche Wallonne op de Mur de Huy zou mij goed moeten liggen.
Ik heb er een keer mee gereden met het veldritteam, toen ik nog niet eens aan een wegcarrière dacht, en ik dacht meteen: ‘Als ik ooit een koers wil winnen, is het La Flèche Wallonne.’”
Mogelijk moet hij het in La Flèche Wallonne opnemen tegen superster Tadej Pogacar. De Sloveen was dit jaar ontzettend sterk, maar Nys maakt zich niet al te veel zorgen. “Pogacar herschrijft de raceregels. Andere teams weten het niet meer, omdat ze niet weten hoe ze met deze situatie moeten omgaan. Persoonlijk ben ik er niet zo mee bezig.
Het enige wat ik kan doen is ervoor zorgen dat ik op mijn best ben en mijn kansen grijpen. En een ontsnapping die de finish in La Flèche Wallonne haalt, is zeldzaam. Maar met de vorm waarin hij nu verkeert, zou Pogacar kunnen aanvallen op de voorlaatste klim op de Mur, en dat zou de race voor mij compleet veranderen.” Hoewel het een grote uitdaging is, wil Nys die graag aangaan. Hij droomt ervan net zo goed te worden in zijn vakgebied als Pogacar of Mathieu van der Poel.
“Het is een beetje een gemengd gevoel. Natuurlijk is het intimiderend om het op te nemen tegen Van der Poel in Parijs-Roubaix of tegen Jonas Vingegaard tijdens een lange klim. Maar ik moet ervoor zorgen dat ik beter wordt in wat mij sterk maakt. Dan zal ik misschien op een dag de rijder zijn waar anderen bang voor zijn. Ik vind het geweldig als die supersterren er zijn; het motiveert mij ook. Ik zie het niet als iets negatiefs, verre van dat.”