Waarom Thibau Nys het volgende grote ding is in de wielersport
Het is waarschijnlijk wat vroeg om Thibau Nys, die net 22 is geworden, te vergelijken met onder meer Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Remco Evenepoel op basis van een handvol veldrit- en wegwedstrijdoverwinningen, ook al is de manier waarop zijn overwinningen doen denken aan die renners en ook al was een van die overwinningen het Europees kampioenschap.
Maar laten we hun prestaties eens vergelijken. Van der Poel was net twintig geworden toen hij de eerste van zijn zes wereldkampioenschappen veldrijden won, 15 seconden voorsprong op de 21-jarige van Aert; van Aert was 22 toen hij de eerste van zijn drie wereldtitels in het veldrijden won; en Evenepoel was pas 19 toen hij zijn eerste grote eendaagse race won, de Clásica de San Sebastián van 2019, en pas 22 toen hij het Wereldkampioenschap wielrennen op de weg won in 2022, het jaar waarin hij de Vélo d’Or kreeg als de beste van dat jaar. beste mannelijke ruiter.
Dat is een verheven bedrijf voor een jonge renner die slechts één grote veldritwedstrijd bij de Elite Heren heeft gewonnen en slechts elf overwinningen in de professionele wegwedstrijden heeft behaald, waarvan de meest prestigieuze waarschijnlijk de Ronde van Hongarije van dit jaar is, waarin hij zowel de gele als groene truien.
Maar iedereen die hem heeft zien rijden, weet dat hij alles heeft wat een rijder nodig heeft om een stuk beter te worden dan de rest: kracht, uithoudingsvermogen, een woeste wil om te winnen en een indrukwekkende rij-intelligentie. En geen wonder, want zijn vader en coach is Sven Nys, door velen beschouwd als de grootste veldrijder aller tijden.
Nys de oudste won zijn eerste Wereldkampioenschap veldrijden op 28-jarige leeftijd en de tweede, en laatste, op 36-jarige leeftijd, dus hij weet dat het niet nodig is succes te overhaasten. Maar het is niet meer dan normaal om je af te vragen hoe Nys de jongere het zou vergaan als hij in 2025 deel zou nemen aan de Wereldkampioenschappen veldrijden tegen Van der Poel en/of van Aert.
Laatstgenoemde komt een jaar achter dat werd gekenmerkt door twee zware crashes, waarvan de laatste in de Vuelta a España, dus je moet je afvragen of zijn rijvaardigheid op de fiets op 30-jarige leeftijd is verslechterd of dat de hoeveelheid tijd die hij aan wegraces besteedt is nadelig voor zijn veldritprestaties.
Maar van der Poel ziet er nog steeds uit als zijn gebruikelijke dominante zelf, aangezien hij dit jaar drie voorjaarsklassiekers won – de E3 Saxo Classic, de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix – evenals het wereldkampioenschap grind. Het is onduidelijk of hij dit seizoen zal gaan veldrijden. Zijn laatste verklaring over die mogelijkheid deed hij een maand geleden toen hij tegen Wielerflits zei: “We moeten nog beslissen of ik deze winter wel of niet ga veldrijden.
Ik ga eerst op vakantie, daarna zien we wel.” Wat van Aert betreft, hij keert mogelijk vlak voor Kerstmis terug op het veldritcircuit, vertelde Visma – Lease a Bike-coach Jan Boven onlangs aan Wielerflits. “Wout vertrekt nu voor tweeënhalve week naar Spanje om te trainen”, zegt hij. “Daarna gaan we samen om de tafel zitten, maar hij zal pas weer starten na het eerste teamtrainingskamp dat eindigt op 19 december.”
Als beide sterren deze winter in hun beste vorm verschijnen, zal dat degenen onder ons die Nys als het volgende grote ding in de wielersport beschouwen, de kans geven om hem te zien strijden tegen de allerbesten in de discipline. Vergelijkingen in de sport zijn altijd lastig, zeker als de omstandigheden verschillen. Zoals Sven Nys heeft opgemerkt: “Op 21-jarige leeftijd lieten Mathieu van der Poel en Wout van Aert het veldrijden voorrang geven en reden ze hooguit 10 tot 15 wedstrijden op de weg.
Thibau dit jaar 34! Waarna hij daar nog eens 22 veldritwedstrijden aan toevoegt. Er is dus heel weinig ruimte voor fouten.” Dat is de keuze die alle multidisciplinaire renners moeten maken: hoe de verschillende disciplines in evenwicht te brengen om maximaal succes te behalen.
Dit is een moeilijk evenwicht om te bereiken. Van der Poel, die in het voorjaar de grote eendagskoersen, de Tour de France en de UCI Wereldkampioenschappen wielrennen rijdt, heeft een balans gevonden die voor hem werkt. Hoe meer Van Aert zich echter toelegde op het wegracen en de zoektocht van Visma-teamgenoot Jonas Vingegaard naar de gele trui van de Tour de France, hoe minder succes hij boekte in het veldrijden: hij won zijn laatste Wereldkampioenschap veldrijden in 2018 en de laatste overall in het algemeen klassement. Wereldbekertitel in het seizoen 2020-2021.